Inleiding
Voor een gezonde financiële positie moet de gemeente over voldoende weerstandsvermogen beschikken. Dit houdt in dat de gemeente over voldoende capaciteit beschikt om de financiële risico’s op te kunnen vangen die niet zijn afgedekt. De gemeente wil ook voorkomen dat iedere onvoorziene, financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen of dat er juist een onnodig hoge financiële buffer wordt aangehouden.
Het weerstandsvermogen is opgebouwd uit de verhouding tussen twee componenten, het benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Het beleid rondom het weerstandsvermogen is erop gericht om de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit ten minste 1,40 te laten zijn. Dit wil zeggen dat de beschikbare weerstandscapaciteit (de teller) minstens gelijk is aan de benodigde weerstandscapaciteit (de noemer). Oftewel dat er genoeg middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) aanwezig zijn om de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) op te vangen.
Inzicht in het weerstandsvermogen is belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. In deze paragraaf geven we ook inzicht in de financiële positie van de gemeente met de financiële kengetallen.